Johan Coenraad Slothouber een gewaardeerd muzikant en organist.

 

Inleiding

 

Johan Coenraad Slothouber is de stamvader van alle generaties Slothouber  in Nederland. We zullen daarom aandacht aan zijn biografie besteden. Dat wil zeggen in dit eerste nummer van SLOTHOUBERIA aan zijn leven en werk, in het volgende nummer gaan we in op zijn afkomst. Tot de Slothouber stamboom moet ook gerekend worden de zogenaamde  A-tak van de familie Slothouwer, zij zijn nakomelingen van Valentijn Slothouwer de oudste zoon van Jan Coenraad Slothouber. De zogenoemde Slothouwer B-tak (Tiel) betreft een andere stamboom, wij komen daar in het volgende nummer op terug. Tevens moet het geslacht  Duval Slothouwer tot de Slothouber stamboom worden gerekend.

. 

Zijn leven en werk

 

Zijn oorspronkelijke naam was Johann Conrad Jacob Schlotthauber en in 1709 geboren in het Thüringse Herrenbreitungen

(nu Breitungen an der Werra). Zijn ouders waren de meester meubelmaker Valentin Schlotthauber en Elisabeth Held.

Hij huwde in 1733 te Oosterbeek Maria Riksen, dochter van Rik Hendriks burger van Arnhem. Hij werd zelf  in 1737 (half) burger van Arnhem. Daarvoor was hij trompetter geweest bij het Hollandse cavalerie-regiment Hessen-Philippsthal. Deze trompetters waren vaak echte beroepsmusici, ze bezaten een diploma (leerbrief) na een opleiding van drie jaren. Na een paar jaar dienst in de cavalerie (regiment te paard) genoten zij bijzondere voorrechten. 

Tot 1735 woonde Coenraad in bij de ouders van zijn vrouw. Ook zijn paard werd geweid op het land van zijn schoonfamilie. In 1749 en 1762 woonde hij met zijn gezin in de Kortestraat van Arnhem.

 

Het muziekcollege

 

Johan Coenraad Slothouber zal zich  als muziekmeester vestigen en worden verbonden aan het muziek-college van de stad Arnhem. Dit zogenaamde "Sint Caecilia Concert" was het oudste van ons land en stond in hoog aanzien.

Veel vooraanstaande burgers, voornamelijk de bestuursadel waren er lid van. Ook kwamen er veel bekende buitenlandse musici spelen. In 1747 kwam bijvoorbeeld Carlo Tessarini  een publiek concert geven. Tessarini werd door de Arnhemse muziekmeesters Slothouber, Loth en Fiertman en enige muzikanten van het Hessische regiment muzikaal ondersteund

Elke vrijdagavond vanaf vijf uur waren er "ordinaires bijeenkomsten", waar men dan samen musiceerde. Slothouber had de taak kopieën van de muziekwerken te maken, de muziekinstrumenten te repareren, het klavecimbel te stemmen, strijkinstrumentensnaren te leveren en de pennenschachtjes te verwisselen. Voor dit werk kreeg hij drie dukaten in een jaar, later werd dit tot twee pistolen verhoogd.

Toen in 1747  Willem VI tot stadhouder werd verheven, staat in het notulenboek van het college:

 

" De Hr. Pretor Tulleken de leden in consideratie gegeven hebbende vermits de musicant Schlothauber bij deze gelegenheid een fraai concert voor het Collegie gecomponeerd hadde of aan hem daarvoor niet behoorde een present te worden toegelegd, alsmede de collegieknecht voor sijne extra ordinaire moeiten. Is geresolveert en de Hr. Pretor Tulleken tevens verzocht aan Schlothauber uit naam van het collegie te geven drie dukaten en aan de collegieknecht drie gulden".

 

Bij concerten op zogenaamde "ordinaris musiqdagen" nam Slothouber samen met de andere meesters van de stad zitting in het orkest. .

 

 Slothouber neemt ontslag

 

Vervolgens blijkt Johan Coenraad Slothouber in 1748 zich bij het Hessische grenadiersregiment te melden. In de notulen van het muziekcollege vinden wij zijn ontslag en getuigschrift:

 

"Wij prator en assesoren nevens verdere leden comparerende het collegium St Caecilia binnen Arnhem verklaren en certificeren mits dezen dat Coenraad Schlothauber gedurende de tijd van omtrent tien jaren consecutief alhier binnen de stad heeft gewoond, zich met veel applicatie in de muziek geexerceerd mitsgaders geinformeerd, en ons wekelijkse bijeenkomst naarstig waargenomen, zodanig dat de leden zo over zijne condeutes als bekwaamheid ten uiterste voldaan zijn geweest, en dewijl hij ons heeft te kennen gegeven, dat althans zich in dienst van het Hessische Grenadiers Regiment als muzikant had geengageerd, en zulke ons college zoude moeten quiteren, hebben wij op deszelfs requisitie niet willen wijgeren deze verklaringe van hem te geven ten einde zich daarvan te bedienen, daar zulks van nut zouden kunnen wezen. actum 25 maart 1748 ".

 

Het een en ander valt samen met het einde van de Oostenrijkse Successie-oorlog (1740-1748, de Zuidelijke Nederlanden waren oorlogstoneel). Er waren in 1748, 3 Hessische regimenten te Arnhem in garnizoen.  Lang heeft deze situatie niet geduurd, want in november 1748 blijkt Slothouber ernstig ziek  (gewond ?) geworden. Het muziekcollege, bestaande uit 14 leden, geven dan 21 gulden aan de "Muzikant Schlothauber" ter ondersteuning in zijn ziekte.  Vanaf 1749 zien we dat Coenraad Slothouber weer zijn  gratificatie  van het muziekcollege ontvangt. Deze bedraagt dan 18 gulden per jaar .

 

Organist van de Sint Jan

In november 1757 wordt (Jan) Coenraad Slothouber aangesteld als organist.

De resoluties van de magistraat van Arnhem werpen enig licht op de zaak:

 

"Ter vergaderinge gelezen zijnde de requesten van verscheidene sollicitanten tot de organistenplaats van de Sint Janskerk opengekomen zijnde door het vertrek van Gerhardus Vos van hier naar Delfshaven, hebben Haar Wel. Ed. en Acht. na gehouden deliberatie goed gevonden en verstaan in deszelfs plaats tot organist van de Janskerk alhier aan te stellen, gelijk daartoe aangesteld wordt kracht en de mits dezen Coenraad Slothouwer en zulks op deze navolgende commissie.

Wij Borgermeesteren, Schepen en Raad der Stad Arnhem, doen weten dat door het vertrek van Gerhardus Vos van hier naar Delfshaven is open gekomen de bedieninge van organist in de St. Janskerk alhier en vermits nodig is, dat deszelve weder met een ander bekwaam persoon wordt vervuld en gelet op d' getrouw - en bekwaamheid van Coenraad Slothouwer hebben wij deselven aangesteld, gelijk wij hem aanstellen kracht en mits dezen organist van de Sint Janskerk binnen onze stad open tractament van een honderd vijftig guldens waarvoor deszelven

deze voorts bedieningen na behoren zal waarnemen,

als mede het Ordinarium Collegium Musicum wekelijks bijwoond en leden van hetzelve Collegium met alle volwaardigheid in het musiceren behulpzaam zal zijn....In waarheid oorconde te actum 28 november 1757".

 

De Sint Janskerk heeft ten oosten van de Koepelkerk (de huidige St Janskerk) gestaan. Hij is 1817 afgebroken.  Het orgel was in 1705 van Zaltbommel naar Arnhem gebracht en was gesteld met een " halve praestant 8v, holpijp 8v, praestant 8v, quintad. 4v, fluit 4v, octaav 2v, nazat 3v, mixtuur, nauwe mensuur, hebbende een hand-clavier zonder pedaal en twee

blaasbalgen".

De organist van de Grote Kerk  (St. Eusebius) was de bekende Ernest Heinsius en later in 1764 J.P. Glaser. Glaser leed echter aan zware moedeloosheid waardoor zijn diensten vaak moesten worden waargenomen. Slothouber zal daarom ook hebben gespeeld op het orgel van de Grote kerk.  Voor deze tijdelijke diensten werd vijfenzeventig gulden ontvangen.

De derde organist van Arnhem was Ulrich Jacob Schubler, hij was organist bij de Lutherse gemeente. Het was deze Schubler die de wapens in het wapenboek van het muziekcollege schilderde. Ook het wapen van "C. Slothauer, organist" is hier teruggevonden.

 

Muziekwerken

 

Coenraad Slothouber schreef  ook zijn eigen muziek. Behalve het hierboven beschreven concert, leverde "C. Schlotthauber" in november 1754, aan de zoon van burgemeester Solner van Doesburg, waar hij meermalen te gast was, een strijkstok en door hem gecomponeerde muziek. In december 1767  kocht  J.E. Tulleken zes geschreven symfonieën van  "Slothouder".

In het voorjaar van 1769 bood zijn weduwe nog eens zes symfonieën door de "muzikant Slothauber" gecomponeerd, aan het muziekcollege te koop.  Deze 18e eeuwse symfonieën werden geschreven voor een kleine bezetting, bijvoorbeeld voor twee violen, twee hautbois, twee fluiten en een violoncello.

Van hem is ook een muziekdruk bij de Amsterdamse uitgever Hummel bekend. De catalogus voor gedrukte muziek van 1780 vermeldt:  Slothauer, 6 duo, 2 Flut. Amsterdam . Waarschijnlijk gaat het om een druk van voor 1762. Tot nu toe is in Nederland geen enkel handschrift of druk teruggevonden. Dat komt mede doordat in de winter van 1794-1795 de Franse soldaten,  hun kwartier  in de muziekkamer van het college hadden opgezet en daar ter verwarming het klavier en vele muziekwerken hadden verbrand. In de Universiteitsbibliotheek van Muenster is echter wel een handschrift van een "Schlothauer" bewaard gebleven. Het is een "Trio ex C con 2 violins et violoncello"  dat voor 1750 werd geschreven .  Het is nog niet gelukt om de voornamen van deze componist te achterhalen. Maar het is niet uitgesloten dat dit werk van (Jan) Coenraad is.

Omdat Slothouber wordt genoemd in de 's Gravenhaagsche Courant van 5 maart 1766 als correspondent van de muziekuitgever Olofsen, weten we dat hij ook muziekdrukken van collega organisten verkocht.

 

Slothouberstraat

 

Daar  Coenraad Slothouber een gewaardeerd muzikant en organist is geweest, heeft men in Arnhem besloten een straat in de nieuwe componistenbuurt naar hem te noemen. 

 

Het gezin

 

A2b Johann Conrad Jacob Schlotthauber  (Schlothauber, Slothauer, Sloothouber, Slothouber, Slothouwer), trompetter Hollandse cavalerie, regiment Hessen-Philippsthal, comp. van Rechteren (ca. 1733 - 1737), muziekmeester en componist (1737 - 1748, 1749 -1768), muzikant Hessisch grenadier regiment (Arnhem 1748), organist Sint Janskerk in Arnhem (1757 - 1768), ged.Herrenbreitungen 1709, znv. Valentin en Elisabeth Held, + Arnhem 15 dec. 1768, x ondertr. Arnhem 5 sep. 1733, tr. Oosterbeek 20 sep. 1733 Elisabeth Riksen (Hendricks), drv. Rik Hendricks en  Maria Verwers,  ged. Arnhem 24 mei 1716, + Arnhem 22 sep. 1788.

 

Uit dit huwelijk:

 

1. Elisabeth, ged. Arnhem 6 apr. 1735   volgt à R e i c h a r t

2. Valentijn, ged Arnhem 27.3.1738 volgtà S l o t h o u w e r A3b

3. Frederik, ged Arnhem 5.1.1741

4. Marija, ged. Arnhem 25 aug. 1743,  volgt àK e s s e l e r

5. Johanna (doop niet in Arnhem gevonden, ws. ca. 1747, beleidenis Arnhem ref. 3 okt. 1766)

6. Catharina, ged. Arnhem 22 feb. 1750 (Catharina Slothouwer)

7. Jacobus, Arnhem 8.1.1754, volgt à S l o t h o u b e r A3d